-
1 interessiert
interessiert♦voorbeelden:1 an jemandem, etwas interessiert sein • belangstelling voor iemand, iets hebben -
2 being apolitical
apolitiek zijn (onpolitiek zijn, niet in politiek geïnteresseerd zijn) -
3 внимательно
advgener. zorgvuldig, geinteresseerd zijn in -
4 заинтересованный в
adjgener. geinteresseerd zijn inRussisch-Nederlands Universal Dictionary > заинтересованный в
-
5 пытливый
-
6 с интересом
prepos.gener. geinteresseerd zijn in, met belangstelling -
7 nibble
n. knabbelen; afbijten; (in computers) een halve byte, een eenheid van 4 bits--------v. knabbelen; knagennibble1[ nibl] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 gegadigde ⇒ geïnteresseerde, kandidaat————————nibble21 knabbelen ⇒ knagen, peuzelen♦voorbeelden:1 nibble away/off • weg/afknabbelen, weg/afknagenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 beknabbelen ⇒ knabbelen/knagen aan -
8 live day to day
van de ene dag op de andere dag leven, alleen geïnteresseerd zijn in de onmiddellijke dagelijkse behoeften; zich geen zorgen maken over de toekomst; geen uitgebreide plannen of voorbereidingen maken voor de toekomst -
9 model house
(Brits-Engels) modelhuis, kijkwoning, modelwoning, woning die gemeubileerd is om aan potentiële kopers te vertonen die geïnteresseerd zijn in aanschaffing van woning -
10 curieux
curieux [kuurjeu]3 vreemd ⇒ merkwaardig, bizar♦voorbeelden:1 petite curieuse! • nieuwsgierig Aagje!éloigner les curieux • de nieuwsgierigen verwijderenêtre curieux de tout • overal in geïnteresseerd zijn→ bête= curieuse; adj1) nieuwsgierig2) benieuwd3) vreemd, bizar -
11 être curieux de tout
être curieux de tout -
12 an etwas interessiert sein
an etwas interessiert seinWörterbuch Deutsch-Niederländisch > an etwas interessiert sein
-
13 life
n. "Life", Amerikaans maandblad gespecialiseerd in fotopers[ lajf] 〈meervoud: lives〉♦voorbeelden:1 〈 benaming voor〉 leven ⇒ bestaan; levendigheid; bedrijvigheid; levensduur/tijd; levensbeschrijving/verhaal♦voorbeelden:a matter of life and death • een zaak van leven of doodmake life easy • niet moeilijk doeneveryday life • het leven van alledag〈 informeel〉 you (can) bet your life • nou en of!, wat dacht je!save someone's life • iemands leven reddenstart life • geboren wordentake one's (own) life • zelfmoord plegentake someone's life • iemand om het leven brengenfor life • voor het leven, levenslangfor the life of me I couldn't remember it • al sla je me dood, ik weet het echt niet meerrun for one's life • rennen voor je levenpainted from life • naar het leven geschilderdthe other life • het leven hiernamaalsthis is the life! • dit is/noem ik nog eens leven!this life • dit (aardse) leven〈 spreekwoord〉 while there is life there is hope • zolang er leven is, is er hoopescape with life and limb • het er levend afbrengenthe life (and soul) of the party • de gangmaker van het feestbreathe life into a party • een feest opvrolijken/verlevendigenstart life • zijn carrière beginnenhis records/stamps are his life • zijn platen/postzegels zijn zijn lust en zijn leven -
14 great
adj. groot; belangrijk; groots; uitstekendgreat1[ greet]♦voorbeelden:II 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord voornamelijk meervoud; the〉1 groten ⇒ vooraanstaande/prominente figuren♦voorbeelden:1 great and small • iedereen, uit alle lagen van de bevolkingIII 〈meervoud; Greats〉1 eindexamen (voor Bachelor of Arts) 〈 in Oxford, in het bijzonder in klassieke letteren en wijsbegeerte〉————————great2〈 greatness〉♦voorbeelden:1 a great man • een groot/nobel manI'm the greatest! • ik ben de allergrootste!II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 groot ⇒ belangrijk, vooraanstaand6 groot ⇒ ijverig, enthousiast♦voorbeelden:Greater London • Groot Londena great occasion • een belangrijke gelegenheidthe Great Powers • de grote mogendhedenthe Great Wall of China • de Chinese Muura great loss • een zwaar verliesa great many • heel wat, een heleboelGreat Dane • Deense dogGreat Divide • hoofdwaterscheiding 〈 in het bijzonder Rocky Mountains〉; 〈 figuurlijk〉 grens tussen leven en doodgreat crested grebe • fuut〈 slang〉 go great guns • veel succes hebben, als een trein lopenat great length • uitvoeriggo to great lengths • erg ver gaan, erg zijn best doenhe's a great one for forgetting his diary • hij vergeet altijd maar zijn agendano great shakes • niets bijzonders, niet iets om over naar huis te schrijvenbe in great spirits • opgewekt zijnset great store by/on • grote waarde hechten aanthe greatest thing since sliced bread • iets fantastischgreat tit(mouse) • koolmeesthe Great War • de Eerste Wereldoorlog1 goed ⇒ bedreven, handig♦voorbeelden:————————great3♦voorbeelden: -
15 иметь отношение к ч-либо
vgarph.exp. te maken hebben met (zij zijn geinteresseerd in alles wat te maken heeft met ecologisch tuinieren)Russisch-Nederlands Universal Dictionary > иметь отношение к ч-либо
-
16 warm
adj. warm; warm (van karakter), hartelijk; hard, gevaarlijk, "heet"; opgewonden; in brand staan--------v. verwarmen; opwarmen; opwinden; zich opwinden; aantrekken (zich tot iemand aangetrokken voelen)warm1[ wo:m] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 warmte♦voorbeelden:1 come in and have a warm! • kom binnen en warm je wat!the warm of his office • de warmte van zijn kantoor————————warm2〈bijvoeglijk naamwoord; warmness〉3 warmbloedig ⇒ hartstochtelijk, vurig♦voorbeelden:keep a place warm for someone • een plaats voor iemand openhoudenyou are getting warm/warmer • je brandt je!, warm! 〈 bij spel, bijvoorbeeld met betrekking tot verstopt voorwerp〉————————warm3♦voorbeelden:1 warm to something • geïnteresseerd raken in iets, de smaak te pakken krijgen van ietswarm to/toward(s) someone • iets gaan voelen voor iemand→ warm up warm up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:→ warm up warm up/ -
17 when
adv. wanneer?; op tijdstip dat; dan; ondanks--------conj. als; toen; wanneer--------n. wanneer; tijd--------pron. als; toen; wanneerwhen1[ wen] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————when21 wanneer♦voorbeelden:1 since when has he been here? • sinds wanneer/hoe lang is hij al hier?♦voorbeelden:1 they were last seen in May, since when they haven't been heard from • ze zijn voor het laatst gesignaleerd in mei en sindsdien is er niets meer van hen vernomen————————when3〈 bijwoord〉2 wanneer ⇒ waarop, dat♦voorbeelden:1 when will I see you? • wanneer zie ik je weer?2 I hate winter, when all is grey • ik haat de winter, wanneer/als alles grijs isthe day when I went to Paris • de dag dat/waarop ik naar Parijs ging————————when4〈 voegwoord〉4 hoewel ⇒ terwijl, ondanks (het feit) dat♦voorbeelden:3 why use gas when it can explode? • waarom gas gebruiken als (je weet dat) het kan ontploffen?4 he wasn't interested when he could have made a fortune • hij was niet geïnteresseerd hoewel/terwijl hij dik geld had kunnen verdienen -
18 deep in a book
opgaan in een boek, een boek geïnteresseerd lezen, diep verzonken zijn in een boek -
19 aufgeschlossen
aufgeschlossen2 open(staand), ontvankelijk♦voorbeelden:2 neuen Ideen aufgeschlossen sein • openstaan, ontvankelijk zijn voor nieuwe ideeëner ist für, gegenüber Wirtschaftsfragen aufgeschlossen • hij is geïnteresseerd in economische problemen -
20 unbeteiligt
unbeteiligt2 niet geïnteresseerd, ongeïnteresseerd♦voorbeelden:ein Unbeteiligter • een buitenstaander
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский